Hoe krijg je de vakgroep in beweging? Meet the N-team.

Gezocht: een educatief recensent, een didactisch designer, een chief HR en een head PR. De leerkrachten Nederlands op het Vrij Handels- en Sportinstituut in Brugge gaan in op een of meerdere van de prikkelende vacatures. Samen vormen ze het N-team. We schuiven aan bij Stijn Devriendt, coördinator en coach van de vakgroep. Wat is zijn geheim?

Jullie hebben een geoliede vakgroep Nederlands op school. Hoe is die ontstaan?
Stijn Devriendt: “Onze school telt veel zorgleerlingen. De directie verzocht ons om – waar mogelijk – een alternatief te vinden voor proefwerken. Want organisatorisch werd het moeilijk om nog meer zorgklassen in te richten. Uit die vraag ontstond een ad- hocwerkgroep en schakelden we uiteindelijk voor meer vakken over op permanente of gespreide evaluatie. Zo kwam er in de proefwerkregeling meer ruimte vrij. Die vernieuwing bracht ons dichter bij elkaar en bood kansen voor het vak Nederlands.”

“Ik heb geleerd om een idee niet te pushen,
om geduldig te zijn.”

Hoe kreeg je de vakgroep mee in de omschakeling naar gespreide evaluatie?
Stijn Devriendt: “Ik zorgde ervoor dat ik goed op de hoogte was van de leerplannen en nieuwe visies op het vak. Daarnaast luisterde ik ook veel naar mijn collega’s, want we zijn allemaal erg verschillend. In onze vakgroep krijgt iedereen de kans om zichzelf te zijn. Ook zijn we een paar keer samen op stap geweest: uit gaan eten, samen gaan bowlen, dat soort dingen. Die teambuilding is belangrijk. Zonder goede sociale relaties is het lastig om elkaar te vinden, samen te werken. En ik heb geleerd om een idee niet te pushen, om geduldig te zijn.”

Welke andere stappen zette de vakgroep?
Stijn Devriendt: “Sommige collega’s stonden wat sceptisch tegenover de overstap naar gespreide evaluatie, en terecht. Ze waren bezorgd dat de nieuwe manier van evalueren hun meer werk zou opleveren. Dat spoorde ons ertoe aan om volop in te zetten op digitalisering. Ook ontwikkelden we een portfolio om leerlingen van 1 tot 6 gespreid te evalueren. En met verticale leerlijnen brengen we nu de vaardigheden in kaart. Die progressie was er nooit geweest als we niet zo intens zouden samenwerken.”

Wat is jouw inbreng als vakcoördinator?
Stijn Devriendt: “Hoe enthousiasmeer ik mijn collega’s? Als lijm van de groep, zoek ik creatieve antwoorden op die vraag. Om te beginnen doopten we de vakgroep Nederlands om tot ‘The N-team’. De eerste vergadering verraste ik het team met een goodiebag: een kruiswoordraadsel, wervelende vacatures voor taken … Soms start ik een vergadering met een ijsbreker. Pas op, al die acties kunnen bedreigend overkomen. Maar opnieuw is geduld belangrijk. Je moet mensen tijd geven om te wennen, ze de ruimte laten om een beetje te ventileren.”

Wat is de kracht van jullie vakgroep Nederlands?
Stijn Devriendt: “Vier keer per jaar hebben we formeel overleg, maar we wisselen ook informeel veel ideeën uit. Onze manier van werken nu zorgt voor een zekere rust. Mensen hebben meer vat op hun werk en de taken worden beter verdeeld. Al zijn we soms nog zoekende. Op onze school zijn er enkele nieuwe, jonge collega’s. Zij zijn gemotiveerd om mee samen te werken en komen met frisse ideeën uit de lerarenopleiding. Met de speelse vacatures spelen we in op elkaars talenten en interesses. Een beetje de UDL (Universal Design For Learning) voor het team (lacht). Dat biedt collega’s de kans om te schitteren in wat ze graag en goed doen.”

“School is uit en we zijn weg. Met een schoolopdracht zou samenwerken vlotter gaan.”

Welke groei zie jij nog mogelijk? Wat is daarvoor nodig?
Stijn Devriendt: “Ik zag een BBC-reportage over het schoolsysteem in Singapore (Time for learning: A day in the Life of a Singaporean Teacher, red.). Daar wordt samenwerken gestimuleerd door overleg in te roosteren. Wij kennen die cultuur niet, en dat ontbreekt wel voor mij. Want als je een doorgedreven samenwerking wil, moet je leerkrachten veel meer dwingen om samen te werke en elkaars mentor te zijn. Hier is school uit en we zijn weg. Met een schoolopdracht zou samenwerken vlotter gaan.
Daarnaast loopt het klassieke onderwijs een beetje op zijn laatste benen. Laatst ontdekte ik de LAB-school in Dendermonde: daar doorbreken ze lesuren, en zetten ze in op vakoverschrijdende projecten, competentieleren en leermodules. Ja, daar droom ik wel van.”

6 tips voor een bloeiende vakgroep Nederlands

  1. Luister naar elkaar en ga een conflict niet uit de weg.
  2. Sta open voor innovatie. Deel dromen en ideeën met elkaar.
  3. Doe af en toe iets leuks samen buiten de schoolmuren. Bouw aan het team.
  4. Investeer in een goede relatie met de directie: je hebt ze nodig.
  5. Vraag de vakbegeleider om ondersteuning en input.
  6. Zorg voor een creatieve noot en een streepje humor. Het mag best plezant zijn!